Levelwerk en richtlijnen van de Inspectie van het Onderwijs

Vraag van een school:
We kregen een vraag van een gebruiker van Levelwerk: Als we Levelwerk gebruiken, voldoen we dan aan de eisen van de inspectie?

Antwoord van Jan Kuipers:
In deze blog gaan we uitgebreid op in op deze vraag. We geven uitleg hoe er vanuit landelijke kaders naar verrijken wordt gekeken en hoe Levelwerk hier in past.

Levelwerk is een doorlopende leerlijn van groep 3 tot en met groep 8 en biedt een totaalaanbod van verrijkende activiteiten op het gebied van taal/lezen en rekenen. Levelwerk biedt de mogelijkheid om met zelf gekozen onderwerpen aan de slag te gaan. Doel van deze werkwijze is tweeledig: aansluiten bij de motivatie van de leerling en het oefenen van metacognitieve, maar ook sociaal emotionele en creatieve vaardigheden. Levelwerk is een gestructureerde leerlijn met verrijkende opdrachten, wat naadloos aansluit bij de landelijke kaders van de basisondersteuning in passend onderwijs.

De volgende onderwerpen komen aan de orde:

1. Landelijke richtlijnen voor onderwijs aan hoogbegaafde leerlingen
2. Naar een landelijke norm basisondersteuning
3. Twee voorbeelden van een basisondersteuning in een SWV
4. Criteria voor verrijken volgens SLO
5. Verrijken en de kerndoelen
6. Verrijken en een ondersteuningsperspectief (OPP)
7. Samenvatting
8. Levelwerk, een korte toelichting
9. Conclusie

1. Landelijke richtlijnen voor onderwijs aan hoogbegaafde leerlingen 

Met de invoering van passend onderwijs in 2014 is het begrip basisondersteuning geïntroduceerd. Basisondersteuning verwijst naar het geheel van preventieve en licht curatieve interventies die binnen het onderwijs planmatig, eventueel in samenwerking met partners, worden uitgevoerd. Onderwijs aan hoogbegaafde kinderen valt binnen het basisaanbod en hoort op elke school geregeld te zijn.

Scholen bepalen zelf welke speciale programma’s zij hebben, bijvoorbeeld een plusklas of extra lesstof. Een school kan bijvoorbeeld:

– Extra lesstof aanbieden.
– De bestaande lessen versneld afwerken.
– Een aparte klas inrichten binnen de gewone school, zoals plusklassen.

De norm is dat basisscholen zowel leerlingen die minder als meer begaafd zijn extra begeleiding geven. In het schoolondersteuningsprofiel of schoolplan geven scholen aan welke ondersteuning en begeleiding zij geven. De scholen bepalen zelf op welke wijze zij voorzieningen aanbieden.

2. Naar een landelijke norm basisondersteuning

Op 9 februari 2023 verscheen het voorstel van het ministerie van OCW voor een landelijke norm voor de basisondersteuning in het basis-, voortgezet en gespecialiseerd onderwijs voor drie ondersteuningsgebieden:

1. Lezen/spellen en dyslexie.
2. Meer- en hoogbegaafdheid.
3. Leergedrag (lees: taak-/werkgedrag, executieve functies).

(NB Dit rapport moet nog worden vastgesteld door de Tweede en Eerste Kamer). In dit rapport worden onder meer wat betreft hoogbegaafdheid de volgende elementen genoemd die werkbaar zijn: ‘Uit de wetenschappelijke literatuur en uit praktijkbronnen blijkt dat verrijken of verdiepen, versnellen en compacten veelgebruikte en werkzame onderwijsaanpassingen zijn voor meer- en hoogbegaafde leerlingen. Deze onderwijsaanpassingen zijn samen te vatten in de volgende interventies:

– Versnellen: dit betreft het versneld aanbieden van de leerstof door middel van een groep overslaan of versnellen voor een bepaald vak.
– Verrijken: verrijken betreft het aanbieden van werk van een hoger abstractieniveau om de hogere denkvaardigheden te prikkelen. Dit kan door middel van verbreding, waarbij wordt aangesloten op de basisstof en het reguliere curriculum en verdieping, wat een uitbreiding van het reguliere curriculum betreft. Belangrijk is dat de verrijking niet afkomstig is van hogere leerjaren en niet boven op de reguliere leerstof wordt aangeboden, maar in plaats daarvan. Het uitgangspunt voor keuze en beoordeling van de lesstof is dat de leerling controle krijgt over de eigen denk- en werkstrategieën, zoals het durven aangaan van uitdagingen, plannen, doorzetten en organiseren.

Verrijken kan zowel binnen de eigen groep als buiten de eigen groep (in een binnenschoolse of buitenschoolse plusgroep) plaatsvinden. Het blijkt effectief als de plusgroepbijeenkomsten structureel plaatsvinden en er een vaste begeleider is.

– Compacting: dit betreft het afstemmen van het leeraanbod op de (leer)behoeften van hoogbegaafde leerlingen. Hierbij is het belangrijk om herhalingsoefeningen, opdrachten gericht op reproductie van kennis en remediërende oefenstof over te slaan en te focussen op opdrachten met een probleemgericht karakter, methodetoetsen en uitdagende verrijkingsstof uit de methoden.
– Verbinden: dit is de verzamelnaam voor interventies die als doel hebben om hoogbegaafden in contact te brengen met ontwikkelingsgelijken. Dit kan door meer- en hoogbegaafden binnen de klas te koppelen of door binnenschoolse of bovenschoolse plusklassen. Hoogbegaafde kinderen worden in de klas naast andere meer- of hoogbegaafde kinderen geplaatst. Zodoende kan het kind zich spiegelen aan ontwikkelingsgelijken en leert het om te gaan met kinderen met een andere intelligentie.’

3. Twee voorbeelden van een basisondersteuning in een SWV

a. Handboek basisondersteuning SWV Friesland.

Samenwerkingsverband Friesland heeft al voorgesorteerd op het voorstel van OCW en heeft reeds een handboek basisondersteuning vastgesteld. Hierin staat over compacten en verrijken het volgende vermeld:

‘Effectieve onderwijs­aanpassingen voor leerlingen met een ontwikkelingsvoorsprong zijn compacten, verrijken en versnellen. Compacten houdt in dat de leerkracht de lesstof voor begaafde leerlingen in een kortere tijd behandelt. Voor deze leerlingen is het voldoende om de reguliere leerstof te beperken tot de essentie. Zij kunnen met minder herhalen en oefenen dan andere leerlingen. In de tijd die vrijkomt door te compacten, werken leerlingen aan uitdagende opdrachten die niet in het reguliere aanbod zitten. Dit heet verrijken en kan het kritisch en creatief denken stimuleren. Verrijkingsprogramma’s leiden tot een verbetering van de schoolprestaties bij jonge leerlingen. Ook zijn effecten gevonden op een positiever zelfbeeld, motivatie en leerattitude’.

b. Handboek meer- en hoogbegaafde leerlingen. Samenwerkingsverband 30 06, Oss, Maashorst, Bernheze en Meijerstad.

Ook Samenwerkingsverband 30 06 heeft een handboek ontwikkeld. Hierin staat over compacten en verrijken onder meer:

‘Voor leerlingen met een ontwikkelingsvoorsprong en HB-leerlingen in de groepen 3 tot en met 8, is het belangrijk dat de leerkracht aandacht kan geven aan compacten en verrijken. Bijvoorbeeld door vooraf een toets af te nemen. Hierdoor wordt duidelijk welke stof de leerling al beheerst en waar nog instructie op nodig is. Stof die de leerling beheerst kan (gedeeltelijk) geschrapt worden. Daarmee wordt tijd vrijgemaakt voor verrijkingsstof. Bij de keuze voor de verrijkingsstof mag de lat hoog worden gelegd, zodat de leerling leert om grenzen te verleggen en om uit zijn comfortzone te stappen. Dit vraagt om een goede begeleiding en instructie van de leerling vooraf, tijdens en na het werk. In het verrijkingswerk kan de nodige afwisseling worden aangebracht wat betreft de vakken, de opdrachten (open of gesloten) en de organisatie (samen of alleen werken)’.

In beide handboeken wordt compacten en verrijken als een werkwijze gezien die goed werkbaar is in de praktijk en een effectieve onderwijsaanpassing is. In beide handboeken wordt tevens, net als in het ondersteuningsplan van OCW, de nadruk gelegd op leervaardigheden.

4. Criteria voor verrijken volgens SLO

SLO heeft op haar website een aantal criteria genoemd waaraan verrijking moet voldoen. Hierin staat: ‘Voor het werken aan verrijkingsactiviteiten is het belangrijk dat de leerling uitleg, begeleiding en feedback krijgt. Daarnaast is het belangrijk dat zowel het product als het proces beoordeeld wordt en dat deze beoordeling ook gerapporteerd wordt.

Goede verrijkingsactiviteiten voldoen aan de volgende criteria:

– Ze zijn gebaseerd op de interesse van de leerling.
– Het gaat om geïntegreerde en moeilijkere inhoud, processen en producten.
– Het bevat open opdrachten.
– Het lokt interactie uit.
– Het gaat om brede vakoverstijgende thema’s die meerwaarde bieden ten opzichte van reguliere leerstof.
– Het stimuleert effectief, onafhankelijk en zelfstandig leren.
– Het bied zowel een compact, geïndividualiseerd en gedifferentieerd curriculum als eenzelfde instructie.
– Het stimuleert een onderzoekende houding.
– Het doet een beroep op het ontwikkelen van creatieve oplossingsvaardigheden en creativiteit.
– Het integreert professionele vaardigheden en gereedschappen bij het ontwikkelen van producten.
– Het doet een beroep op metacognitieve vaardigheden en lokt een reflectieve houding uit’.

5. Verrijken en de kerndoelen

Elke leerling op de basisschool krijgt vakken die wettelijk verplicht zijn. Zoals taal en rekenen. Daarnaast krijgen leerlingen niet-verplichte vakken, zoals godsdienstlessen. De verplichte vakken op de basisschool zijn:

– Nederlands.
– Engels.
– Rekenen en wiskunde.
– Oriëntatie op jezelf en de wereld: zoals aardrijkskunde, geschiedenis, biologie, verkeersles en staatsinrichting.
– Kunstzinnige oriëntatie: bijvoorbeeld muziek, tekenen en handvaardigheid.
– 2 lesuren bewegingsonderwijs: bijvoorbeeld gymlessen.

De kerndoelen voor het basisonderwijs beschrijven wat een kind aan het eind van de basisschool moet weten en kunnen. Vakken waarvoor kerndoelen gelden, zijn wettelijk verplicht. Dit is vastgelegd in het ‘Besluit vernieuwde kerndoelen WPO’. Dit betekent dat alle kinderen les krijgen in deze vakken. Een school bepaalt zelf hoe ze de lessen in deze vakken geeft en met welk lesmateriaal. Kinderen leren op de basisschool bijvoorbeeld dat ze zich moeten gedragen vanuit respect voor algemeen aanvaarde normen en waarden. Ook leren ze met zorg om te gaan met het milieu.

Verrijking is voor die leerlingen die de kerndoelen, o.a. ingebed in reguliere methoden, ruimschoots hebben behaald, objectief bepaald door methodeonafhankelijke toetsscores. Verrijken is een aanvulling daarop en heeft geen koppeling met kerndoelen.

6. Verrijken en een ondersteuningsperspectief (OPP)

Reguliere basisscholen hoeven geen OPP op te stellen voor ondersteuning die valt onder het basisondersteuning wat in het samenwerkingsverband is afgesproken. Voor leerlingen met kenmerken van meer- of hoogbegaafdheid is een OPP niet nodig, mits de ondersteuning de zij krijgen valt onder de basisondersteuning. Van scholen wordt verwacht dat ze hun onderwijs afstemmen op wat deze leerlingen nodig hebben. Compacten en verrijken valt onder de basisondersteuning en een OPP is niet nodig. Dat geldt ook voor leerlingen die naar een plusklas gaan. Als een leerling extra ondersteuning nodig heeft om goed te kunnen functioneren, bijvoorbeeld met de inzet en hulp van het samenwerkingsverband, in aanvulling op de basisondersteuning moet er wel een OPP worden gemaakt.

7. Samenvatting

Scholen bepalen zelf op welke wijze zij verrijkingswerk aanbieden. Belangrijk is dat de verrijking niet afkomstig is van hogere leerjaren en niet boven op de reguliere leerstof wordt aangeboden, maar in plaats daarvan. Het uitgangspunt voor keuze en beoordeling van de lesstof is dat de leerling controle krijgt over de eigen denk- en werkstrategieën, zoals het durven aangaan van uitdagingen, plannen, doorzetten en organiseren. Verrijkingsprogramma’s leiden tot een verbetering van de schoolprestaties bij jonge leerlingen. Ook zijn effecten gevonden op een positiever zelfbeeld, motivatie en leerattitude.

Bij de keuze voor de verrijkingsstof mag de lat hoog worden gelegd, zodat de leerling leert om grenzen te verleggen en om uit zijn comfortzone te stappen. Dit vraagt om een goede begeleiding en instructie van de leerling vooraf, tijdens en na het werk. In het verrijkingswerk kan de nodige afwisseling worden aangebracht wat betreft de vakken, de opdrachten (open of gesloten) en de organisatie (samen of alleen werken).

Voor het werken aan verrijkingsactiviteiten is het belangrijk dat de leerling uitleg, begeleiding en feedback krijgt. Daarnaast is het belangrijk dat zowel het product als het proces beoordeeld wordt en dat deze beoordeling gerapporteerd wordt. Er is geen koppeling nodig tussen verrijkingswerk en de kerndoelenVerrijkingswerk past binnen de basisondersteuning en er is geen OPP voor nodig.

8. Levelwerk, een korte toelichting

Levelwerk is gebaseerd op het Model van Talent Ontwikkeling. Alle aspecten van formeel leren komen hier aan bod: een brede uitdaging, leren in de zone van de naaste ontwikkeling en het versterken van leervaardigheden zoals doorzetten, hulp vragen, plannen en reflecteren.

Levelwerk is een gestructureerd pakket met een grote mate van inhoudelijke variëteit. Structuur, omdat de vaste onderdelen van tijd tot tijd weer terugkomen, gevarieerd omdat de leerling na elke vakantie weer een nieuwe start kan maken, met daarin weer nieuwe en andere opdrachten. De opdrachten zijn voor het overgrote deel open van karakter, doen een beroep op formeel leren, het leren leren. De open opdrachten doen bovendien een beroep op creatief denken, op technisch inzicht, op talent voor kunst en literatuur.

Levelwerk is geen zelfstandig werken, het vraagt een gestructureerde begeleiding. De monitoring van Levelwerk vindt plaats in het wekelijkse overleg, hét centrale ijkpunt in de voortgang en aan het eind van het blok. Er wordt gebruik gemaakt van een leerlingenboek. De leerling ontvangt bij elk blok een nieuw leerlingenboek, waarin planning, voortgang en reflectie worden vastgelegd. In het wekelijkse overleg kan de leerkracht ingaan op successen en knelpunten. Het advies is om één keer per week een werkoverleg te plannen van circa een half uur en omvat drie punten:

– Terugblik: hoe ging de afgelopen week, welke successen en welke knelpunten zijn er?
– Vooruitblik: wat verwacht je van de komende week, wat gaat lukken en welke knelpunten denk je tegen te komen?
– Mentale en sociale aspecten: op welke punten uit het MTO ga je je richten? Van wie kun je hulp verwachten?

Aan het eind van het blok volgt een eindgesprek. Hierin wordt de afgelopen periode geëvalueerd, zowel op inhoud als op het proces van leren. Tevens worden de aandachtspunten en doelen voor het komende blok besproken en vastgelegd in de planning voor de nieuwe periode. Tot slot schrijven leerling en leerkracht een eindoordeel over de afgelopen periode. Dit oordeel kan worden opgenomen in het rapport van de leerling.

9. Conclusie

Levelwerk is een gestructureerde leerlijn met verrijkende opdrachten, wat naadloos aansluit bij de landelijke kaders van de basisondersteuning in passend onderwijs. Alle eerdergenoemde punten zitten in Levelwerk. De praktijk leert ons dat op heel veel scholen Levelwerk als een effectieve wijze van verrijken wordt ingezet. Ons uitgangspunt is dat je niet van elke leerkracht mag verwachten om zelf een complete leerlijn voor verrijking te maken. De inhoud is gevarieerd, taal/lezen, rekenen/wiskunde, techniek, kunst, literatuur en sociaal emotionele opdrachten. Levelwerk kent een planmatige aanpak, met planning, uitvoering en evaluatie, geen vrijblijvendheid. In Levelwerk wordt veel aandacht besteed aan de ontwikkeling en stimulering van executieve functies en mindset.

Kortom: met Levelwerk heb je een pakket op school wat goed aansluit en voldoet aan de landelijke eisen.

Jan Kuipers, onderwijsadviseur hoogbegaafdheid en auteur van Levelwerk

Bronnen

BMC (2023). Landelijke norm voor basisondersteuning. Ontwikkeling van een concrete landelijke norm voor de basisondersteuning op drie ondersteuningsgebieden. Geraadpleegd op 6 september 2024, van: https://open.overheid.nl/documenten/ronl-5e895a63f109a1eb5f21683a55a6ad58456100af/pdf

Kennisrotonde van het NRO (2021). Welke didactiek en werkvormen bevorderen motivatie en welbevinden bij jonge leerlingen met begaafdheidskenmerken en verminderen probleemgedrag? Geraadpleegd op 8 september 2024, van: https://www.kennisrotonde.nl/vraag-en-antwoord/motivatie-en-welbevinden-bij-leerlingen-met-begaafdheidskenmerken

Kuipers, J. Levelwerk. Geraadpleegd op 14 september 2024, van: https://www.levelwerk.nl/

Kuipers, J. (2024). Model van Talent Ontwikkeling. Geraadpleegd op 28 september 2024, van: https://www.eduforce.nl/blog/post/model-van-talent-ontwikkeling/

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (23 december 2022). Uitwerking plan van aanpak hoogbegaafdheid. Geraadpleegd op 5 september 2024, van:
https://open.overheid.nl/documenten/ronl-0c114c71e3592a344f41b15da4e0fd7b95f6a4c7/pdf

Passend Onderwijs Friesland (2022). Handboek Basisondersteuning SWV Friesland. Geraadpleegd op 8 september 2024, van:
https://www.swvfriesland.nl/wp-content/uploads/2022/12/Handboek-Basisondersteuning-SWV-Friesland.pdf

Rijksoverheid. Hoe krijgt mijn hoogbegaafde kind onderwijs? Geraadpleegd op 5 september 2024, van:
https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/passend-onderwijs/vraag-en-antwoord/hoe-krijgt-mijn-hoogbegaafde-kind-onderwijs

Rijksoverheid. Welke vakken krijgt mijn kind op de basisschool? Geraadpleegd op 13 september 2024, van:
https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/basisonderwijs/vraag-en-antwoord/welke-vakken-krijgt-een-kind-op-de-basisschool

Samenwerkingsverband Primair Onderwijs 30 06. Handboek. Basisondersteuning meer- en hoogbegaafde leerlingen. Geraadpleegd op 9 september 2024, van:
https://www.swvpo3006.nl/wp-content/uploads/2020/07/200603-Handboek-Basisondersteuning-DEF.pdf

SLO (2023). Talentontwikkeling. Verrijken. Geraadpleegd op 14 september 2024, van: https://www.slo.nl/thema/meer/talentontwikkeling/differentieren/verrijken

Steunpunt Passend Onderwijs (2021). Het ontwikkelingsperspectief (OPP). Voor welke leerlingen is een OPP niet verplicht? Geraadpleegd op 13 september 2024, van: https://www.steunpuntpassendonderwijs-povo.nl/

Gerelateerde berichten

Start met typen en druk op enter om te zoeken..